Kwekerij

De enige mosselveiling van Nederland
Echte Zeeuwse mosselen en oesters komen uit Yerseke. Op de kaden zijn diverse mossel-, oester- en kreeftenhandelaren gevestigd. De mooiste en lekkerste schelpdieren levert Piet van Oost B.V. aan de Havendijk 36. Het familiebedrijf houdt zich bezig met het kweken, verwerken, verpakken en verzenden van mosselen en oesters. Voordat de delicatessen worden opgediend, zijn zij al een lange weg gegaan.

Mosselen
Piet van Oost heeft in 1986 wegens gezondheidsredenen en tegenvallende resultaten zijn mosselkwekerij verkocht. Daarom zijn de mosselen van Piet van Oost B.V. niet meer zelf gekweekt, maar gekocht bij mosselkwekers via de mosselveiling in Yerseke, de enige van Nederland. Mosselen worden namelijk niet aangeboden bij een visafslag.

De mosselen die Piet van Oost B.V. op de veiling heeft gekocht worden naar zijn verwaterpercelen de Oosterschelde gebracht. Enkele dagen daarna vist de mosselkotter van Piet van Oost B.V., de YE 15, de mosselen op en brengt ze onder begeleiding van een registratiedocument van het Mosselkantoor naar de eigen kade in Yerseke. Een kraan lost de mosselen in daarvoor bestemde verwaterbakken. Daar blijven zij minimaal zes uur. Als zij verwaterd (zandvrij) zijn worden ze in een trechter gestort en komen via de onttrosser, spoelmolen en ontbaardmachine op een leesband. Daar worden de laatste ongeregeldheden verwijderd. Ten slotte sorteert de sorteermachine de mosselen op grootte en worden ze verpakt voor de handel.

Jaap van Stee: “Om op den duur de hele mossellijn weer in eigen beheer te krijgen, ben ik onlangs met vijf collega’s onder de naam Coöperatie De Zeeparels gestart met experimenten om mosselen op een innovatieve manier te kweken. Wij hebben ervoor gekozen het mosselzaad te laten groeien via de combinatie van hangcultuur en bodemcultuur. Als de larfjes groot genoeg zijn geworden in de hangcultuur, laten wij ze verder groeien op de bodem van het perceel. De mosselen voeden zich eerst met plankton uit het stromende water en vervolgens met dat van de bodem, wat de kwaliteit en smaak van het mosselvlees ten goede komt. Deze kweekmethode is efficiënt, je kweekt meer mosselen tegelijk op één perceel.”

Oesters
De oester is een geliefd Zeeuws exportproduct. In de Oosterschelde en Grevelingen groeien twee soorten: de Zeeuwse oester of creuse en de inheemse Zeeuwse platte oester. De platte heeft de meest verfijnde smaak. De snelgroeiende creuse verdringt soms echter de platte in de natuur, omdat de platte oester langer nodig heeft om op te groeien tot consumptieoester. Piet van Oost B.V. kweekt beide soorten op de eigen oesterpercelen in de Oosterschelde en in het Grevelingenmeer. Jaap van Stee: “Oesters zijn tweeslachtig, maar kunnen elkaar niet bevruchten. De oester spuugt in de zomermaanden de larf uit nadat die binnen de schelp is bevrucht. De stroming voert de larven mee naar een gunstige plek op de zeebodem waar ze zich vastzetten op de percelen speciaal uitgezaaide mosselschelpen (collecteurs). De jonge oesters worden eventueel voor snellere groei of betere beschutting naar andere percelen overgebracht. Als ze ongeveer veertig gram zijn, verplaatsen wij ze soms nóg een keer naar een ander perceel waar ze kunnen volgroeien, wat drie tot vier jaar duurt. Als ze groot genoeg zijn voor consumptie sorteren wij ze op grootte en brengen wij ze over naar onze oesterputten bij de haven om aan te sterken. Pas daarna zij ze gereed voor consumptie. Voor een optimale houdbaarheid van ongeveer 7 dagen, verpakken wij ze in houten mandjes met zeewier.”

Platte zeeuwse oesters zijn te verkrijgen van medio september tot eind mei. zeeuwse creuses zijn het hele jaar te verkrijgen, maar zij in de maanden juni, juli en augustus meestal melkachtig vanwege de voortplanting, daarom vervangen we deze tijdens die maanden door speciale creuses die gekweekt worden op tafels in de oosterschelde, en uit Ierland.

 

De sortering platte oesters is van klein naar groot 1/0, 2/0, 3/0, 4/0, 5/0, 6/0 en 6/0 lux
De sortering van de creuses is van groot naar klein Nr. O, I, II, III en IV.